OPRICHTING VERENIGING

Op negentien oktober tweeduizendvijf,
verscheen voor mij,
mr. ERIK JAN WALTER MARIA VAN EGERAAT,
notaris te Uden:
1. Johanna Maria Francisca Hol,
2. Waltherus Ferdinand Johannes Antonius Bakx,
3. Jacob Frederik Boskma,

en als zodanig deze volmachtgevers rechtsgeldig vertegenwoordigend.
Van de volmachten, op grond waarvan de comparante te dezen handelt, blijkt uit een aan deze akte te hechten onderhandse volmachtakte.
De comparante, handelend als gemeld, verklaarde bij dezen voor en namens haar voornoemde volmachtgevers een vereniging in het leven te roepen en daarvoor de volgende statuten vast te stellen.

Naam en Zetel

Artikel 1
1. De vereniging draagt de naam: Beroepsvereniging Directeuren Kinderopvang.
2. Zij is gevestigd in de gemeente Utrecht. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.

Doel

Artikel 2
De vereniging heeft tot doel: het bieden van ondersteuning aan directies van kinderopvangondernemingen teneinde een innovatief, competent en integer management te realiseren en te handhaven.

Middelen

Artikel 3
a. de vereniging tracht haar doel ondermeer te bereiken door:
het ondersteunen van de leden door middel van individuele coaching en collegiale consultatie;
b. het bieden van een klankbordfunctie en het vormen van een platform ten behoeve van gezamenlijke beleidsontwikkeling;
c. het organiseren van ledenvergaderingen, symposia, studiedagen, netwerkbijeenkomsten en excursies;
d. het opstellen van en bevorderen van de naleving van een gedragscode voor de leden;
e. informatievoorziening aan de leden door middel van een informatie-bulletin, publicaties, mailingen en een website;
f. het (doen) verrichten van onderzoeken en hierover rapporteren;
g. het organiseren en stimuleren van deskundigheidsbevorderende activiteiten ten behoeve van de leden;
h. juridische serviceverlening aan individuele leden;
i. loopbaanbegeleiding en outplacement;
j. bemiddeling bij interim-management, werving en selectie en organisatie-advisering;
k. beantwoording van vragen van de leden via de helpdesk;
l. het uitbrengen van een adviesregeling voor de arbeidsvoorwaarden van de directies en het adviseren hierover;
m. het samenwerken met relevante organisaties en instanties;
n. het reageren op relevante maatschappelijk ontwikkelingen en publicaties;
o. het stimuleren van de contacten tussen de leden onderling.

Lidmaatschap

Artikel 4
1. De vereniging kent een gewoon, een buitengewoon en een ere-lidmaatschap. Het lidmaatschap staat alleen open voor natuurlijke personen. Tenzij anders is aangegeven, worden in deze statuten met "leden" zowel gewone leden als buitengewone leden als ereleden bedoeld.
2. De leden zijn gehouden tot betaling van een jaarlijkse bijdrage (contributie) aan de vereniging, welke door de ledenvergadering ieder jaar zal worden vastgesteld. De leden kunnen daarbij in categorieën worden ingedeeld die een verschillende contributie betalen.
Artikel 5
1. Gewone leden kunnen zijn zij, die een directiefunctie vervullen in kinderopvangondernemingen; zij zijn (eind)verantwoordelijk voor (een belangrijk deel van) de organisatie. Onder directiefunctie wordt mede de functie van bestuurder, (waarnemend) directeur en cluster- of regiodirecteur begrepen.
2. Buitengewoon lid kunnen zijn, zij:
a. die een in het vorige lid bedoelde functie hebben vervuld en die direct voorafgaand aan de beëindiging van hun functie minimaal één jaar lid van de vereniging zijn geweest;
b. die door het bestuur tot het buitengewoon lidmaatschap zijn toegelaten.
3. Het gewone en buitengewone lidmaatschap als bedoeld in de leden 1 en 2 wordt na aanmelding van betrokkene verleend door het bestuur. Daarbij wordt beoordeeld wordt of aan de bovengenoemde voorwaarden is voldaan. Bij niet toelating door het bestuur staat voor de betrokkene beroep open op de ledenvergadering, die alsnog tot toelating kan besluiten.
4. De ledenvergadering kan na voordracht door het bestuur één der leden benoemen tot erelid wegens zijn of haar bijzondere verdiensten voor de vereniging.
5. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 16 lid 2 zijn alle rechten en verplichtingen verbonden aan het gewone lidmaatschap eveneens van toepassing op de buitengewone leden.
Artikel 6
1. Het lidmaatschap eindigt door:
a. het overlijden van het lid;
b. opzegging door het lid;
c. opzegging namens de vereniging;
d. ontzetting.
2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar, mits schriftelijk en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste drie maanden.
De contributie voor het lopende jaar blijft het lid verschuldigd. Te late opzegging heeft tot gevolg dat het lidmaatschap - met inbegrip van de daaraan verbonden financiële verplichtingen - eerst eindigt aan het eind van het volgende verenigingsjaar, tenzij het bestuur wegens bijzondere omstandigheden anders besluit.
Een lid kan zich door opzegging niet onttrekken aan een besluit waardoor de financiële verplichtingen van de leden worden verzwaard, behoudens het bepaalde in de volgende alinea.
Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of tot fusie is meegedeeld. In dat geval blijft hij de oorspronkelijk voor dat jaar vastgestelde contributie verschuldigd.
3. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van opzegging.
Opzegging is mogelijk:
- als een lid niet meer voldoet aan de statutaire vereisten voor het lidmaatschap;
- als een lid - ondanks zorgvuldige aanmaning - zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, of
- wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
Bij het opzeggingsbesluit wordt tevens de datum van beëindiging van het lidmaatschap vastgesteld. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd.
4. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van de ontzetting.
Ontzetting is mogelijk als een lid in strijd handelt of heeft gehandeld met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt of heeft benadeeld.
De ontzetting gaat onmiddellijk in. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd.
5. Binnen één maand nadat het lid van het besluit tot opzegging of ontzetting in kennis is gesteld, kan dat lid van dat besluit in beroep gaan bij de ledenvergadering en daar verweer voeren. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.

Bestuur

Artikel 7
1. De vereniging wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit ten minste drie en ten hoogste zeven personen.
De algemene vergadering stelt het aantal bestuursleden vast.
Als het aantal bestuursleden beneden het voorgeschreven minimum is gedaald oefenen de overgebleven leden - in afwachting van de vervulling van de vacatures - de taken van het bestuur uit.
Het bestuur draagt er zorg voor dat de algemene vergadering zo spoedig mogelijk in de vacatures kan voorzien.
2. De ledenvergadering benoemt de bestuursleden.
Deze benoeming geschiedt uit de leden van de vereniging.
3. Bij benoeming van bestuursleden wordt gebruik gemaakt van een (niet bindende) voordracht, en wel als volgt:
a. het bestuur maakt tenminste drie maanden voor de ledenvergadering het bestaan van een vacature bekend door middel van een oproep aan de leden tot het voordragen van kandidaten. De oproep gaat vergezeld van een profielschets met wenselijke kwalificaties;
b. het bestuur stelt, na kennisneming van eventuele ingevolge het sub a bepaalde gedane voordrachten, een voordracht op, welke voordracht bij de oproeping voor de ledenvergadering aan de leden wordt meegedeeld; het bestuur kan daarbij zonder opgave een ingevolge het sub a gedane voordracht negeren; de bestuursvoordracht kan meerdere kandidaten betreffen en wordt in stemming gebracht op de ledenvergadering;
c. tegenkandidaten kunnen worden gesteld tot aan de aanvang van de ledenvergadering door tenminste tien stemgerechtigde leden.
4. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van vier jaar.
Een bestuurslid is slechts tweemaal aansluitend herbenoembaar.
5. Het bestuur stelt, op basis van de zittingsperiode van de bestuursleden, een rooster van aftreden vast en houdt dit bij.
Dat rooster moet zodanig worden opgemaakt dat het een goed functioneren van het bestuur niet in de weg staat. Om dat te bereiken mag het eerstbenoemde bestuur, in afwijking van het hiervoor bepaalde, besluiten voor het eerste rooster de zittingsperiode van ten hoogste twee door hen aan te wijzen bestuursleden eenmaal met de zittingsperiode te verlengen.
Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.
Artikel 8
1. Een bestuurslidmaatschap eindigt:
- door aftreden op grond van het rooster van aftreden;
- door aftreden op eigen verzoek;
- door het einde van het lidmaatschap van de vereniging;
- door overlijden of onder curatelestelling;
- wanneer een bewindvoerder of mentor wordt aangesteld wegens geestelijke stoornis;
- door ontslag krachtens een besluit van de ledenvergadering;
- wanneer hij in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard of hij surséance van betaling verkrijgt.
2. Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst. De schorsing beloopt ten hoogste drie maanden en kan door de algemene vergadering eenmaal met die termijn worden verlengd. Volgt gedurende de schorsing geen ontslag, dan is de schorsing na het verloop van de termijn geëindigd.
Het bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de betreffende ledenvergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman doen bijstaan.
Artikel 9
1. Het bestuur kent een voorzitter, secretaris en penningmeester. De voorzitter wordt door de ledenvergadering in functie benoemd. Het bestuur voorziet zelf in de verdeling van de overige functies. De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd.
Voor elk van hen kan het bestuur uit zijn midden een vervanger aanwijzen, die ingeval van ontstentenis of belet de functie vervult van degene voor wie hij als vervanger is aangewezen.
2. Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter, de secretaris of twee andere leden van het bestuur dat nodig vinden. Aan de vergadering gaat een door de secretaris te verzorgen schriftelijke uitnodiging vooraf, met een agenda van de te behandelen onderwerpen, zo nodig met aanvullende toelichting en stukken. In een bestuursvergadering kunnen geen besluiten genomen worden, indien niet tenminste de helft van het aantal bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is.
De secretaris of een andere door het bestuur aangewezen persoon maakt notulen van het verhandelde, die door de voorzitter en een ander op de vergadering aanwezig bestuurslid worden ondertekend
Artikel 10
1. Het bestuur is belast met het bestuur van de vereniging. Tot de concrete taken van het bestuur behoren ondermeer:
a. het (door middel van een beleidsplan) doen van voorstellen aan de ledenvergadering met betrekking tot de vast te stellen hoofdlijnen van het verenigingsbeleid;
b. het ter vaststelling aan de ledenvergadering voorleggen van een werkplan;
c. het afleggen van rekening en verantwoording aan de ledenvergadering over het gevoerde beleid;
d. het (doen) uitvoeren van door de ledenvergadering genomen besluiten;
e. het ter vaststelling aan de ledenvergadering voorleggen van het financieel jaarverslag en de begroting (met voorstel inzake contributie);
f.het uitschrijven van ledenvergaderingen;
g. de voorbereiding van benoeming van de leden van het bestuur;
h. het instellen van commissies;
i. het aanwijzen en intrekken van de aanwijzing van personen die namens de vereniging participeren in besturen of commissies van andere instellingen of organisaties;
j. het vaststellen van een directiestatuut.
2. Het bestuur kan commissies of werkgroepen in het leven roepen met gelijktijdige vaststelling van hun taak. Deze commissies of werkgroepen werken onder verantwoordelijkheid van het bestuur. Het bestuur is bevoegd ze op te heffen, de leden daarvan te benoemen en te ontslaan en hun taakomschrijving te herzien. De door het bestuur aangewezen personen, die namens de vereniging participeren in besturen of commissies van andere instellingen of organisaties, leggen periodiek verantwoording af aan het bestuur.
3. Het bestuur kan besluiten tot ondersteuning (zijdens de vereniging) van activiteiten van de leden van de vereniging in financiële en organisatorische zin en door het ter beschikking stellen van kennis. Tot de te ondersteunen activiteiten behoren netwerkvorming, collegiale uitwisseling, deskundigheidsbevordering en alle andere activiteiten die passen in de doelstelling van de vereniging. Initiatiefnemers van ledenactiviteiten die voor financiële ondersteuning door de vereniging in aanmerking willen komen, dienen vooraf instemming van het bestuur te verwerven.
4. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt.
Het bestuur is voorts niet bevoegd tot het aanvaarden van nalatenschappen, tenzij dit geschiedt onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
5. De ledenvergadering kan bij een daartoe strekkend besluit duidelijk te omschrijven besluiten van het bestuur aan haar goedkeuring onderwerpen. Een dergelijk besluit van de ledenvergadering wordt onmiddellijk aan het bestuur medegedeeld. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen en door derden geen beroep worden gedaan.

Vertegenwoordiging

Artikel 11
1. De vereniging wordt vertegenwoordigd door:
- het gehele bestuur, of
- twee gezamenlijk handelende bestuursleden, waaronder steeds begrepen de voorzitter of secretaris van de vereniging.
2. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden of derden, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

Geldmiddelen

Artikel 12
De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit:
- contributies;
- donaties;
- subsidies;
- sponsorgelden;
- verkrijgingen krachtens erfrecht of schenking;
- advertentie-inkomsten en inkomsten uit activiteiten van de vereniging en haar vermogen, en
- overige baten.

Verslaglegging en verantwoording

Artikel 13
1. Het verenigingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur draagt zorg voor de bijhouding en verantwoording van de financiën van de vereniging, zodanig dat de rechten en plichten van de vereniging steeds kunnen worden gekend. Het bestuur zorgt voor een overzicht van ontvangsten en uitgaven in een verenigingsjaar en een overzicht van haar bezittingen en schulden aan het begin en het einde van dat jaar, samen te noemen de jaarstukken.
Het bestuur moet de financiële bescheiden ten minste tien jaar bewaren.
3. Het bestuur legt de jaarstukken alsmede de begroting voor het komende jaar ter goedkeuring voor aan de ledenvergadering.
Wordt over de getrouwheid van deze stukken niet overgelegd een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek, dan worden daaraan voorafgaand de jaarstukken gecontroleerd door een door de ledenvergadering te benoemen controlecommissie van ten minste twee leden die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. Een lid kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in de controlecommissie.
Het bestuur is verplicht om de controlecommissie inzage te geven in de gehele boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden en om alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken. Als de commissie dat voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht kan zij zich laten bijstaan door een extern deskundige.
De commissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan de ledenvergadering, vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de jaarstukken.
Nadat de jaarstukken zijn goedgekeurd door de ledenvergadering wordt het voorstel gedaan om kwijting te verlenen aan het bestuur voor de door haar daarmee afgelegde rekening en verantwoording.

Ledenvergadering

Artikel 14
1. Aan de ledenvergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. De ledenvergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur.
Een aantal leden, samen bevoegd tot het uitbrengen van ten minste een tiende deel van de stemmen, kan het bestuur schriftelijk verzoeken een algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na dat verzoek. Als het bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van dat verzoek de uitnodiging tot de vergadering heeft doen uitgaan, kunnen de verzoekers zelf de vergadering bijeenroepen.
3. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar (behoudens verlenging van deze termijn door de ledenvergadering), wordt een ledenvergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen ondermeer aan de orde:
a. het verslag van het bestuur over het afgelopen jaar;
b. het voorstel tot het al of niet goedkeuren van de jaarstukken over het afgelopen jaar alsmede de goedkeuring van de begroting en de vaststelling van de contributie voor het nieuwe jaar;
c. het voorstel tot verlenen van kwijting aan het bestuur;
d. de benoeming van de leden van de controlecommissie voor het nieuwe verenigingsjaar;
e. de benoeming van bestuursleden als er in het bestuur vacatures bestaan;
f. voorstellen van het bestuur of de leden, zoals aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
Artikel 15
1. De oproeping tot de ledenvergadering vindt plaats door middel van:
- een publicatie in het verenigingsorgaan; of
- een schriftelijke bericht aan de (e-mail)adressen van de leden volgens het door de secretaris bijgehouden ledenregister.
2. De termijn van oproeping bedraagt ten minste tien dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.
3. Naast de plaats, datum en tijd van de vergadering, moet de oproeping een agenda bevatten waaruit blijkt welke onderwerpen aan de orde worden gesteld.
Artikel 16
1. Toegang tot de ledenvergadering hebben alle niet-geschorste leden van het bestuur en van de vereniging. De vergadering kan besluiten ook andere personen tot (een deel van) de vergadering toe te laten. Geschorste leden hebben toegang tot dat deel van de vergadering waar het beroep als bedoeld in artikel 6 lid 5 en artikel 8 lid 2 aan de orde is.
2. Ieder gewoon lid en ieder erelid van de vereniging heeft één stem.
Buitengewone leden en geschorste leden hebben geen stemrecht.
3. Een stemgerechtigd lid kan een ander stemgerechtigd lid volmacht geven namens hem te stemmen.
Deze volmacht moet schriftelijk worden gegeven en vóór de stemming aan het bestuur worden overgelegd.
Eén lid kan niet meer dan drie andere leden vertegenwoordigen.
Artikel 17
1. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald wordt een besluit genomen met volstrekte meerderheid van stemmen van de in de vergadering aanwezige en vertegenwoordigde leden, ongeacht hun aantal.
Blanco en ongeldige stemmen tellen niet mee voor de besluitvorming maar tellen wel mee voor het bepalen van een in deze statuten voorgeschreven quorum.
2. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Mocht bij stemming over de verkiezing van personen bij eerste stemming geen meerderheid worden verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaats hebben. Als ook dan geen meerderheid verkregen wordt, zal bij een tussenstemming worden beslist tussen welke personen zal worden herstemd.
Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot.
4. Als de stemmen staken over een voorstel dat niet gaat over de verkiezing van personen, wordt de beslissing verdaagd tot de eerstvolgende ledenvergadering. Staken ook in deze vergadering de stemmen, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
5. Over personen wordt als regel schriftelijk, over zaken mondeling gestemd, tenzij het bestuur of ten minste de helft van de aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigde leden vóór de stemming laat of laten weten een schriftelijke stemming te verlangen.
Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten stembriefjes.
6. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de ledenvergadering.
7. Als in een vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen - mits met algemene stemmen - geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is het onderwerp niet of niet op de voorgeschreven wijze bij de oproeping aangekondigd.
Artikel 18
1. De vergaderingen van de leden worden geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn plaatsvervanger.
Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan wijst het bestuur een ander bestuurslid aan als voorzitter van de vergadering.
Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist door ondertekening worden vastgesteld.

Statutenwijziging

Artikel 19
1. De statuten van de vereniging kunnen worden gewijzigd door een besluit van de ledenvergadering. Wanneer aan de ledenvergadering een voorstel tot wijziging van de statuten zal worden gedaan, moet dat steeds bij de oproeping tot die vergadering worden vermeld.
2. Degenen die de oproeping tot de ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen. Dit afschrift moet ter inzage liggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
3. Een besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van ten minste drie vijfde deel van de uitgebrachte stemmen.
In die vergadering moet ten minste twee derde deel van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Is het vereiste aantal leden niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan een nieuwe algemene vergadering worden bijeengeroepen waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van ten minste drie vijfde deel van de uitgebrachte stemmen, onafhankelijk van het aantal op deze vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden. Bij de oproeping voor de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen, onafhankelijk van het aantal op de vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden.
De hiervoor bedoelde tweede vergadering wordt niet eerder dan twee weken en niet later dan zes weken na de eerste vergadering gehouden.
4. Een statutenwijziging wordt van kracht onmiddellijk nadat deze in een notariële akte is vastgelegd. Iedere bestuurder is bevoegd om een statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen.
Een authentiek afschrift van de akte van wijziging en een doorlopende tekst van de gewijzigde statuten moeten worden neergelegd bij het handelsregister.
5. Het in deze statuten bepaalde over een besluit tot statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot juridische fusie of juridische splitsing.

Ontbinding

Artikel 20
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de ledenvergadering. Het in deze statuten bepaalde over een besluit tot statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.
Bij het besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo vastgesteld.
Als de vereniging op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgave aan het Handelsregister.
De boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging blijven gedurende zeven jaar nadat de vereniging heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door het bestuur bij het besluit tot ontbinding aangewezen persoon.
2. De vereniging wordt bovendien ontbonden:
- door insolventie nadat de vereniging in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
- door een daartoe strekkende rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen.

Vereffening

Artikel 21
1. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de vereniging, voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn) aangewezen.
2. Na het besluit tot ontbinding bevindt de vereniging zich in liquidatie.
De vereniging blijft na haar ontbinding voortbestaan indien en voor zover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is.
Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht.
In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan de naam van de vereniging worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.
3. Een batig saldo na vereffening krijgt een bestemming die zoveel mogelijk in overeenstemming is met het doel van de vereniging.
Deze bestemming wordt vastgesteld bij het ontbindingsbesluit, of bij gebreke daarvan, door de vereffenaar(s).
De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn.
De vereniging houdt in geval van vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het Handelsregister.
Huishoudelijk reglement
Artikel 22
1. De ledenvergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
2. Het huishoudelijk reglement kan nadere regels geven over onder meer het lidmaatschap, de introductie van nieuwe leden, de contributie, de werkzaamheden van het bestuur, werkgroepen of commissies, de vergaderingen.
Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet of met de statuten en mag geen bepalingen bevatten die bij statuten behoren te worden geregeld.

SLOTVERKLARINGEN

De comparante, handelend als gemeld, verklaarde tenslotte nog als volgt:
1. het eerste bestuur bestaat uit vier leden. In afwijking van de in de statuten voorgeschreven procedure, worden bij deze voor de eerste maal tot bestuurslid benoemd:
a. de volmachtgeefster 1, in de functie van voorzitter;
b. de volmachtgever sub 2, in de functie van penningmeester;
c. de volmachtgever sub 3, in de functie van secretaris;
d. Elisa Francisca Gertruda Maria Landerloo, Observantenweg 11, 6212 EN Maastricht;
2. het eerste boekjaar van de vereniging eindigt op eenendertig december tweeduizendzes;
3. het eerste adres van de vereniging is: Korte Elisabethstraat 17, 3511 JG Utrecht.
AAN TE HECHTEN STUKKEN
Aan de onderhavige akte zullen de volgende stukken worden gehecht:
- volmachtakte.